Telefoonkabelnet
In een militaire organisatie bestaat er behoefte aan verbindingen van het lagere niveau naar het hogere
niveau (meldingen) en andersom (opdrachten). Daarnaast is er een noodzaak voor verbindingen voor
algemeen gebruik, zoals de bevoorrading en het transport. Verbindingen kunnen worden gerealiseerd
door alle steunpunten aan te sluiten op bestaande of nieuw te leggen telefoonkabels.
Op dit kabelnet werd met passieve (verdelerkasten) of actieve toestellen (telefooncentrales), een telefoonnet
gebouwd.
Het kabelnet.
Op Walcheren zijn nog veel kabelbunkers aanwezig. Deze bunkers variëren in afmetingen en in
de wijze van plaatsing ten opzichte van het maaiveld. De lokatie ervan werd bepaald door
het bestaande PTT of Nl-militair-kabelnet en de zwaartepunten in de verdediging. In ieder
Stützpunkt werd minimaal één bunker met een kabel aangesloten op de dichtsbijzijnde kabelbunker. Deze
koppelkabels werden vaak ingegraven of liepen via bovengrondse routes.
We zien dat de kabelbunkers soms gebouwd zijn op bestaande PTT-kabels (bv
Nieuwland & Vrouwenpolder) of zo neergezet zijn dat ze een nieuw gebied konden ontsluiten (bv Biggekerke
& Ritthem).
Als reserve mogelijkheid zijn er verschillende dwarskoppelingen gemaakt, zoals extra kanaalkruisingen bij Abeele en Middelburg,
via dubbele kabelroutes in de omgeving van Oostkapelle en Domburg of via bestaande kabels van Middelburg via Aagtekerke
naar Domburg, waarbij niet geschroomd werd om op die route een kabelbunker te bouwen. (Aagtekerke)
Op de tekeningen die we nu in het archief hebben, is een aantal nog bestaande kabelbunkers niet terug te vinden.
We denken dat deze in een latere fase zijn gebouwd om het kabelnet verder te verdichten teneinde meer
Stützpunkte aan te kunnen sluiten.(bv Werendijke & Koudekerke)
Kabelbunkers.
In de bronnen komen we de volgende Duitse benamingen tegen:
-- (Kabel) Schaltstelle,
-- (Kabel) Schaltbrunnen,
Voor het onderscheid in Kabelschaltstelle en -schaltbrunnen hanteren we vooralsnog de plaatsing
ervan ten opzichte van het maaiveld, dit mede gebaseerd op de Duitse term
"Brunnen", hetgeen een ondergrondse betekenis kan hebben.
De Schaltstelle staat voor het grootste deel bovengronds, maar dit soort kent wel een
onderverdeling in betondikte en afmetingen van de schakelruimte.
De min of meer standaard kss heeft de onderhelft van een pantserdeur type 434P01 als
toegang. Afhankelijk van de bodemgesteldheid en de grondwaterstand komen de kabels uit de
vloer of laag via de zijwanden naar binnen. In het dak zit vaak doorvoer voor
ventilatie of een bunkerkachel. De binnenafmetingen bedragen 3 x 2.5 x 1.9 meter. De muur en wanddiktes
variëren. Alle kabelbunkers hadden aan de buitenzijde een aansluitkastje voor 2-aderige
veldkabel, zodat tijdelijk of langer geplaatste (veld)eenheden, snel op het kabelnet konden worden
aangesloten.
De Schaltbrunnen behoort volgens ons voor het grootste deel ondergronds
te liggen en is tot nu toe in meerdere uitvoeringen aangetroffen. Ze hebben een stalen luik in het dak en
de monteur kon in het bunkertje afdalen met behulp van klimijzers. Aan één zijde staat buitenop vaak een verhoogde
console, waarop het externe aansluitkastje was geplaatst en waarin de venilatieopening zit.